A-Z Genera Species Reset






Rodgersia podophylla 'Braunlaub' - Schout -bij -nacht

Saxifragaceae

Rodgersia podophylla 'Braunlaub'

Rodgersia podophylla 'Braunlaub'

Rodgersia podophylla 'Braunlaub'


Standplaats:   halfschaduw

Kleur:   wit

Bloeitijd:   juni - juli

Hoogte:   110 cm

Vak op de kwekerij: S3

Prijs:   5 €


'Rotlaub' van Pagels uit 1976 wordt in het standaardwerk van Jelitto & Schacht genoemd, maar Braunlaub' niet. Volgens ons zit er niet veel verschil tussen de twee. Hoe het ook zij, deze super karaktervolle plant loopt in het voorjaar uit met bronsbruine tinten, waarbij het typische eendepootachtige blad zich snel ontvouwt. Met het verstrijken van de lente verkleurt dit langzaam tot diepgroen. Dan wordt het tijd voor de grote, crèmewitte bloempluimen die het midden van de zomer aankondigen. Heeft R. podophylla weliswaar niet de spectaculaire roze of roodachtige bloempluimen, de wijnrode herfstkleur en het feit dat hij niet zo gevoelig is voor late nachtvorsten zijn genoeg redenen om hem aan te planten.



RODGERSIA algemeen

Hoe de Nederlandse naam Schout bij Nacht ooit in zwang geraakt is wisten niet, maar Peter Bennink, redacteur bij het blad "De Boomkwekerij" hielp ons verder. Hij schrijft : "De plant is vernoemd naar de Amerikaan Admiral John Rodgers die de expeditie leidde waarop Rodgersia 'ontdekt' is. De Nederlandse naam voor de rang van Rodgers was Schout bij nacht. Nederlandse en wetenschappelijke naam verwijzen dus naar dezelfde persoon".In 2020 toen de lijst 'Nederlandse namen van cultuurplanten' werd uitgebracht is er weinig duidelijkheid op dit gebied geschapen. Let op, Rodgersia heeft nu de volgende officiële Nederlandse namen; Schout bij Nacht, Kijkblad, Kastanjebladige Spirea, Kastanjebladige Schout bij Nacht. Sowieso hebben we in de 40 jaar dat de kwekerij bestaat nog nooit iemand gehad die vroeg om drie Schout bij Nacht(en) Misschien hebben al die namen wel wat te maken met de voornaamheid, trots en nobelheid die de planten uitstralen. Inderdaad hebben ze kastanjeachtig blad en daarmee kun je ze altijd herkennen. Ze staan het liefst op vochthoudende grond en ontwikkelen zich langzaam maar zeker tot indrukwekkende exemplaren. Hoe zonniger ze staan des te meer vocht vragen ze en des te rijker zullen ze bloeien. Bij ons op de arme zandgrond mengen we veel bladaarde door de grond en dan doen ze het prima, zelfs in de volle zon! Ze bloeien hier overdadig, maar op een zwaardere, vochtiger grond zullen er veel weliger en indrukwekkender uitzien.